De opleiding
Heb je een MBO-4-, havo- of vwo-diploma en wil je aan de slag op de operatiekamer? Dan is deze opleiding iets voor jou! Als operatieassistent en als anesthesiemedewerker verricht je medisch assisterende werkzaamheden op de operatiekamercomplex.
Dit is geen HBO-opleiding maar een College Zorg Opleiding (CZO). Je wordt opgeleid op NLQF-6 niveau. Dit betekent dat het niveau vergelijkbaar is met het niveau van een HBO-bacheloropleiding.
De opleiding tot operatieassistent of anesthesiemedewerker is een voltijd leer-werktraject en start ieder jaar in maart en september. Je gaat namelijk in de praktijk aan de slag als leerling en volgt de lessen op de Academie van het Erasmus MC. De opleiding duurt 2 jaar en 10 maanden. Je bent in dienst van een instelling die het studiemateriaal, je opleiding en je salaris betaalt. Bij de start van de opleiding ligt de nadruk op de theorie en de basis van het beroep. Daarna volgen de theorielessen van de specifieke vakken in combinatie met het uitvoeren van steeds meer taken in de praktijk.
In de praktijk werk je altijd onder supervisie van een gediplomeerde collega. Zo heb je een mentor vanuit de Academie en een praktijkbegeleider vanuit je werkgever die jou begeleiding bieden gedurende de opleiding. Als student begin je bij operaties waarbij de complexiteit van de ingrepen laag is. Gaandeweg leer je ook steeds meer om werkzaamheden te verrichten tijdens complexere ingrepen. Dit verloopt wel in fases, waarbij je eerst midden complexe ingrepen bijwoont en in de laatste fase van de opleiding steeds meer hoog complexe ingrepen bij zal wonen.
Tijdens de opleiding zijn er twee leerlijnen die tegelijk starten, namelijk de vakinhoudelijke leerlijn en de professionele leerlijn. De vakinhoudelijke leerlijn bevat alle basisvaardigheden waar je in de praktijk aan werkt om deze eigen te kunnen maken. De professionele leerlijn bevat alle kennis en inzicht om je te ontwikkelen tot professional in de praktijk. Denk hierbij aan het leren van gesprekstechnieken, regels en wetten, ethiek, leiderschap, duurzaamheid, etc.
De opleiding operatieassistent
De vakinhoudelijke leerlijn start met de volgende leereenheden voor de opleiding operatieassistent:
- Voorbereiding op de operatie
- Omlopen basis
- Instrumenteren en assisteren basis
In de eerste 5 maanden van de opleiding operatieassistent worden de eerste 3 leereenheden behandeld die de basis vormen voor het beroep. In de lessen die gevolgd worden, komen onderwerpen aan bod zoals, anatomie/fysiologie, medicatie, medische terminologie en medisch rekenen.
Daarnaast worden ook vaardigheidslessen en simulatietrainingen gevolgd om te kunnen oefenen met de technical en non-technical skills die ze zich eigen moeten maken in praktijk. Denk hierbij aan het bedienen van apparatuur, steriliteit, aangeven van instrumentarium en assisteren tijdens een ingreep, ergonomisch werken, etc.
Na de eerste 3 leereenheden afgerond te hebben, starten de lessen over de verschillende specialismen. De studenten kiezen in overleg met de praktijkbegeleiders welke specialisme wanneer gevolgd gaat worden, hier zijn ze dus flexibel in. Bij elke specialisme wordt er gewerkt aan bijbehorende EPA’s en wordt er begonnen met laag complexe ingrepen, waarna de midden- en hoog complexe ingrepen volgen. De specialismen die aan bod komen zijn als volgt:
- Algemene chirurgie
- Gynaecologische chirurgie
- Keel- neus- oor chirurgie
- Urologische chirurgie
- Orthopedische – en traumachirurgie
- Plastische chirurgie
- Kaakchirurgie
- Oogchirurgie
- Vaatchirurgie
- Longchirurgie
- Neurochirurgie
Aan alle leereenheden zijn bepaalde EPA’s gekoppeld waar de studenten gedurende de opleiding aan moeten werken. Het behalen van de kern EPA’s is een eis om het CZO diploma te mogen ontvangen.
Op de website www.czoflexlevel.nl vind je meer informatie over de leerroute en het EPA gericht opleiden.
De professionele leerlijn bevat zowel tijdens de opleiding operatieassistent als de opleiding anesthesiemedewerker de volgende leereenheden:
- Leren en persoonlijke ontwikkeling
- Communicatie en samenwerken
- Werken in de zorg
- Onderzoek
Er is veel begeleiding tijdens de opleiding, maar het initiatief voor je eigen leerproces ligt ook bij jou als leerling. Je bent zelf verantwoordelijk voor je studievoortgang.
De opleiding anesthesiemedewerker
De vakinhoudelijke leerlijn voor de opleiding anesthesiemedewerker bestaat in het eerste half jaar uit de volgende 4 leereenheden:
- Basis medische kennis en zorg
- Anesthesie algemeen
- Algehele anesthesie
- Locoregionale anesthesie
In het eerste half jaar van de opleiding anesthesiemedewerker worden de eerste 4 leereenheden behandeld die de basis vormen voor het beroep, waarbij de ingrepen bij verschillende specialismen worden bijgewoond. In de lessen die gevolgd worden, komen onderwerpen als anatomie, fysiologie, pathologie, farmacologie, medische terminologie en medisch rekenen aan bod. Daarnaast worden ook vaardigheidslessen en trainingen gevolgd om te kunnen oefenen met de technical en non-technical skills die ze zich eigen moeten maken in praktijk. Denk hierbij aan het bedienen van apparatuur, ABCDE-methodiek, luchtwegmanagement, beheersen van de verschillende anesthesietechnieken, etc. Er wordt tijdens de opleiding gestart met de laag complexe situaties om de basisprincipes aan te leren. Naarmate deze met de tijd beter beheerst worden, neemt de complexiteit ook steeds toe.
De lessen over de specifieke vakken voor de hogere complexiteit zijn als volgt:
- Airway & breathing
- Circulation
- Disability
- Exposure
- Kind
Aan alle leereenheden zijn bepaalde EPA’s gekoppeld waar de studenten gedurende de opleiding aan moeten werken. Het behalen van de kern EPA’s is een eis om het CZO diploma te mogen ontvangen.
Op de website czoflexlevel.nl vind je nog meer informatie over de leerroute en het EPA gericht opleiden.
Vanuit de opleiding krijg je wel alle tools en ondersteuning die je nodig hebt. En veel opleiders zijn zelf ook operatieassistent of anesthesiemedewerker (geweest), dus weten ze precies waar ze het over hebben.